Als bewoner van een flat in de Bijlmer (Hofgeest Oost) mijmer je wel eens wat over onderwerpen als; hoe los je het grofvuil probleem op, de ratten, en de veelheid aan meeuwen en duiven? Hoe raak je de telkens weer opduikende wietplantages in je flat kwijt (ik heb weinig tegen wiet maar dergelijke plantages binnenshuis zijn gewoon gevaarlijk)? Hoe houd je de buurt fris en gezellig en hoe bevorder je de sociale cohesie in de flat?
Nu zie ik ouders met kinderen in de lift en studenten en vraag me dan af of die ouders niet soms oppas nodig hebben en of die studenten niet wat bij willen verdienen.
Ik heb inmiddels het nodige gedaan om de buurt veiliger en schoner te krijgen en ambtelijk zijn er ook, heel welwillend, vele uren gestoken in het meedenken over oplossingen. Kapitalen moet dat gekost hebben. Geld dat we beter, zonder omwegen, in de oplossing hadden kunnen steken.
Na twee jaar overleggen, mailen en weer overleggen is het hier, voor mijn flat, viezer dan ooit en is er letterlijk niets gebeurd.
In mijn mijmeringen denk ik terug aan Jacques, de concierge van de Klieverink, toen mijn flat, ongeveer 30 jaar geleden. Hij kende iedereen, kwam achter elke voordeur en iedereen mocht hem. Hij repareerde keukenkastjes en deurbellen en had een luisterend oor voor de bewoners. Hij kende zijn pappenheimers en deelde indien nodig zachte tikken op de vingers uit. Hij lichtte instanties in als dat nodig was en werkte samen met andere actieve buurtbewoners. Helpen en handhaven.
In de winter werd bij de Klieverink het pleintje nat gespoten zodat we er konden schaatsen. Er was een inpandig cafeetje en een kinderclub op woensdag. Je (grof-)vuil kon je toen nog kwijt in daarvoor bestemde ruimtes in de binnenstraat. Dit was niet ideaal: er brak soms brand uit, daar was de sprinklerinstallatie goed voor, en zwervers bleven er een enkele keer slapen, daar hadden we niet echt last van. Best een redelijke situatie dus, voor het grofvuil en de vuilniszakken.
De Nederlandse politiek kenmerkt zich door een onstuitbare vernieuwingsdrang. Elke nieuwe portefeuille houder van wat dan ook wil ergens zijn naamplaatje aan hangen en komt met frisse nieuwe ideeën, in plaats van de bestaande structuur steeds verder te verbeteren aan de hand van de ervaringen. Zo zijn we de Melkertbanen uiteindelijk kwijt geraakt en het minderhedenbeleid. Die gesubsidieerde banen waren prima. De uitvoeringsfouten hadden verbeterd moeten worden. Het minderhedenbeleid is nooit goed tegen het licht gehouden maar domweg vervangen door het diversiteitsbeleid. Alles op een grote hoop. Of we er iets mee zijn opgeschoten? Ik betwijfel het.
Zo ook met de concierge en de grofvuil ruimtes. Die verdwenen. We kregen buurt regisseurs en het grofvuil mag voortaan op de stoep vóór de flat worden klaar gezet. Eén keer in de week. Niemand die dat doet natuurlijk.
Het is hier altijd een onbeschrijfelijke troep. Het bellenbord is altijd kapot en de toegangsdeuren worden met regelmaat ingetrapt. Er wordt geplast in de portieken en overal staan fietsen waar dat niet mag (ja, ook van mij, in dit geval). De politie zien we alleen als er weer een actie richting wietplantages of illegalen wordt uitgevoerd. Milieupolitie zien we hier nooit.
Kortom, de H van helpen is verdwenen en de H van handhaven ook. Terwijl die twee zo mooi hand in hand kunnen gaan.
Waar de troep vandaan komt? Ik weet het niet. Ik kom niet achter voordeuren. Ik ontmoet in de lift alleen maar aardige mensen die de deur voor me open houden en vriendelijk vragen hoe het met me gaat. Aardige en beleefde kinderen die nog u zeggen.
We zouden met gemak een bruisende, leuke en leefbare flat kunnen hebben waar burenhulp nog gewoon zou zijn en waar de kinderen buiten kunnen spelen met elkaar en niet ergens anders heen hoeven. Hoe mooi de speelplaats in ons prachtige park ook is, kinderen beneden de pakweg 8 jaar laat je daar nog niet alleen heen gaan. Die wil je in het oog houden. Wat speel- en zit mogelijkheden achter de flat zou geweldig zijn. Maar ja, er staat al een wipkip bij een andere flat dus dan houdt het op voor de onze natuurlijk.
Kortom: verfje, bankje, speelveldje, wat fietsnietjes met een golfplaat erboven als het kan en een conciërge die samenwerkt met allerlei andere leuke initiatieven in de buurt. Die samenbrengt en verbind. Die helpt maar ook corrigeert. Vriendelijk wijst op de aanbiedingstijden van het grofvuil en misschien even contact legt met een buurman of -vrouw die wel wil helpen sjouwen als het zo ver is dat het aangeboden kan worden. Een conciërge die desnoods zelf helpt met een steekkarretje, dat een goede conciërge natuurlijk bezit. We zijn per slot van rekening vaak afhankelijk van hulp en die hulp wil niet altijd op het juiste tijdstip komen.
Als we dan het buurhuis ook weer in gebruik mogen nemen dat hier zo mooi staat verloederen voor mijn deur (staat leeg maar kost geheid wel geld) dan kunnen we af en toe ook nog eens iets leuks organiseren. Een workshop opvoeden bijvoorbeeld, mijn specialiteit, maar er zijn meer mensen met speciale kennis in de flat. Zet er een beheerder in en een schoonmaker. Geef de concierge er een ruimte en de VVE. Misschien wil er iemand fietsen repareren en misschien willen studenten er een stage lopen voor het één of ander. Een onderzoekje doen, ouderen bezoeken.
Het moet niet moeilijk zijn. Een samenhangend beleid voor een flat waar allerlei mensen wonen: sommigen hebben het moeilijk en sommigen zijn moeilijk, de meesten zijn gewoon aardig en goedwillend.
Jammer van al die ambtelijke uren, dat bureau uit het midden van het land dat er na een paar maanden al weer uit werd gegooid maar wel betaald moest worden natuurlijk. Jammer van het mooie en nog niet zo lang geleden gerenoveerde buurthuis waar nu niets gebeurt maar wel huur voor wordt betaald.
Met al dat geld hadden we zo veel kunnen doen.